Het is op zijn minst bijzonder. Hoe verkiezingen wekenlang draaien rond ingewikkelde becijferingen. Berekende studies naar de haalbaarheid van de belofte worden de lakmoesproef van elke campagne. Er gemakshalve van uitgaand dat de belofte op zich bij iedereen een gelijke waarde heeft. De kiezer wordt om de oren geslagen met stuk voor stuk tot in detail becijferde programmapunten. Is het betaalbaar of niet, is de hamvraag. Harde valuta als scherprechter van het stemhokje. Elke visie lijkt onderworpen aan een vorm van kwantificering, die van de politieker een koopman maakt die zijn producten op de verkiezingsmarkt zo goed mogelijk aan de man moet brengen.
En dan gebeurt er iets onverwachts. Een icoon uit onze politieke geschiedenis sterft. Jean-Luc verlaat ons in het midden van de kiescampagne. Respectvol stokt de caravaan, geheel terecht, om een man die heel wat betekend heeft voor dit land te salueren. En even lijkt de laatste doortocht van de ervaren gids een knik in het campagnediscours van de moeder aller verkiezingen teweeg te brengen. Een knik ten goede lijkt me. Want plots wordt er even gas teruggenomen, nemen partijen zich voor minder met de voet vooruit te spelen. En lijken harde tackles die de cijfers na de komma verdedigen, even plaats te maken voor een gesprek over de politieke stijl waarvoor we kiezen.
Uiteraard is inhoud belangrijk. Uiteraard is een politiek programma de basis. Maar vandaag kijken mensen voorbij de oppervlakte van de boodschap naar de identiteit van de boodschapper. Is die geloofwaardig, komt hij of zij authentiek over, voelen ze er een verbinding mee, dan kiezen ze ervoor. Net dit is het onuitgesproken DNA dat een raspolitieker als Dehaene bracht waar hij is gekomen. De in memoriams rafelen zijn unieke stijl uit, want net die gaf hem het draagvlak waarop hij ploegde, zaaide én oogstte. De man toonde zichzelf. Of hij zijn imago nu cultiveerde of niet, je zag hem zoals zijn omgeving hem zag. Hij hoefde zichzelf dus niet te verkopen, laat staan zijn politieke ideeën.
Het maakt politici als hem vrij van het gegoochel met programmapunten en cijfers. Ze raken mensen door wie ze zijn en vragen het vertrouwen voor de visie die ze met passie en overtuiging verdedigen.
Het leek erop dat in de stilte die past bij zo een afscheid, zijn geest de politieke arena van de dag even bevruchtte met echte waarden. Of dat hoop ik toch. Misschien kan hij inspireren om de discussie tussen nu en zondag iets minder technisch te maken. En meer te focussen op maatschappij –en mensvisies, op wervende verhalen van politici van vlees en bloed, met geloof en passie in hun idealen. Op de manier waarop we met elkaar omgaan. Over waarden als authenticiteit, eerlijkheid, openheid, engagement in plaats van de waarde van de cijfers achter de voorstellen. Ik denk dat, als het debat zo gevoerd wordt, je sneller echte leiders zal herkennen.
Want wie zichzelf simpelweg toont en verbindt met mensen, creëert echte meerwaarde. Hij of zij trekt de aandacht om een verhaal te schrijven dat echt raakt. Het zijn immers niet de cijfers die een samenleving samenhouden, wel de mensen die haar bevolken.
En je hebt gidsen nodig die dat begrijpen.
Categorieën:leiderschap