Hoe komt het dat twee bevolkingsgroepen die doorheen de geschiedenis met elkaar vergroeid zijn zo moeilijk een samenhangende vorm van co-existentie kunnen vormen? Waarin hun democratisch verkozen leiders telkens opnieuw weken moeten praten, aftasten en vertrouwen winnen om muizenstapjes voor– of achteruit te zetten?
Het spel dat voorafgaat aan regeringsvormingen lijkt wel op een uitwisseling van onverwerkte emoties die woekeren in de wortels van twee volkeren. En die zich als een trauma nestelen in het gedrag van hun leiders.
wonden
De Vlaamse beweging is de voorbije eeuw stap voor stap geëvolueerd naar een moment waarop ze ongegeneerd zelfbewust kan zijn. Waardoor we onze gemeenschappelijke noemer stilaan zonder zweem van ongemak als een geuzennaam mogen dragen: we zijn Vlamingen.
Maar de manier waarop we in deze ontvoogding zijn gegroeid, heeft op zijn beurt wonden geslagen aan de andere kant van de taalgrens. Wie zich onderdrukt voelt, trekt zich immers op aan het vijandbeeld van wie in zijn perceptie de onderdrukker is. Hij gebruikt dat beeld als voedingsbodem van waaruit hij zijn eigen identiteit cultiveert.
Ook in Vlaanderen was dit zo: het eigen bewustzijn werd aangescherpt door zichzelf consequent en met regelmaat in scherp contrast te plaatsen met het zuiden. Waardoor de afstand en het onbegrip in Wallonië enkel groter werd. En een Vlaamse reflex daar steeds meer synoniem werd voor een hardvochtige, ondankbare en niet-solidaire volksaard. Dit beeld is dan weer een vruchtbare voedingsbodem waarop het Waalse zelfbewustzijn de komende decennia kan groeien. En het vertaalt zich op tijd en stond in een emotioneel maar daarom niet minder oprecht ‘non’.
navel
Zo blijf je bezig, natuurlijk, in een perceptiespel waarin twee kanten van een land op elkaars navel blijven staren om die van zichzelf te ontdekken.
We hoeven echter geen vijandbeelden uit te wisselen om aan zelfbewustzijn, kracht en identiteit te winnen. Integendeel. Mensen en volkeren hebben elkaars referentie nodig om zelf te groeien. Neem de Walen weg en we zijn niet half de Vlamingen die we nu zijn. We zijn elkaars toetssteen voor evolutie. Alleen veilen we deze in ons dagelijks discours telkens weer bij tot hij scherp genoeg is om ons er nu en dan stevig aan te snijden.
Een versterkt zelfbewustzijn is onlosmakelijk verbonden met een gerijpt en volwassen gemeenschappelijk bewustzijn. Het ene groeit niet zonder het andere. En het impliceert meteen een diep begrip voor diegene waarmee je opgroeit én voor het gemeenschappelijk kader waarin je samenleeft. Het maakt ook dat we tegelijk 100% Vlaming én 100% Belg én 100% Europeaan én 100% wereldburger zijn. Meer nog, in de mate dat we op al deze niveaus onze meerwaarde inbrengen, in die mate zal ons zelfbewustzijn groeien én het geheel er beter van worden.
meerwaarde
Misschien is de tijd rijp om de sluimerende emotionele onderlaag die een duurzame relatie quasi onmogelijk lijkt te maken, aan de oppervlakte te brengen. En in de erkenning van elkaars eigenwaarde het gemeenschappelijk bewustzijn te laten kiemen.
Vandaar mijn communicatie-advies aan alle politieke verantwoordelijken in noord en zuid: valideer uitdrukkelijk en zonder oordeel de meerwaarde en dromen van elkaars grondstroom. En benoem open en wars van taboes de angst bij jezelf. Alle tenoren zijn denk ik perfect in staat om dit vandaag in 5 zinnen te verwoorden. Zo leg je het fundament voor een relatie die niet teert op kwetsuren uit het verleden. Je creëert opnieuw een basis van gemeenschappelijkheid die je in staat stelt te begrijpen wat je kan leren van en bijdragen aan elkaar.
Want daar ligt de basis van een echte win-windemocratie. Of, vrij vertaald in het Frans: de “oui-oui”-democratie.
Categorieën:democratie, leiderschap